Verlegenheidssituatie
Als wijkmanager presenteer je vanavond de nieuwe wijkagenda aan een groep bewoners en professionals. Hoewel je hard je best hebt gedaan om deze wijk extra op de agenda van de gemeente te krijgen en je trots bent op je bewoners, heeft de wijk last van een slecht imago. Volgens de media wonen er asociale types en zou het gros van de bewoners bovendien racistisch van aard zijn. Dit beeld doet absoluut geen recht aan de werkelijkheid. De meeste mensen zijn van goede wil en ontvangen nieuwkomers met een warm hart, mits deze zich aanpassen aan de gewoonten van de buurt. Er hoeft echter maar een incidentje te zijn, en alles wordt weer opgeblazen in het nieuws. Over de positieve dingen hoor je nooit iemand.
Probleem
Het vervelende is dat je merkt dat de vooroordelen die leven in de media, ook uit de mond van je gemeentecollega’s komen. Een van de ambtenaren die vanavond informatie komt geven over de financiële achtergronden bij de wijkagenda, zei laatst op het stadhuis onverbloemd: “Ik zou mijn dochter van 18 jaar echt niet naar een feest in deze wijk laten gaan, tussen al die aso’s”. Als een boer met kiespijn lachte je deze opmerking weg.
Maar wat het extra vervelend maakt, is dat je weet dat bewoners net zo goed vooroordelen tegen jouw collega’s hebben. Bewoners menen dat de speerpunten van de wijkagenda alleen maar benadrukken dat ze een ‘tokkiewijk’ zijn: “Ze denken zeker dat we allemaal alcoholisten en cokesnuivers zijn, terwijl de meesten gewoon huisje-boompje-beestje hebben hoor”. Je ziet tegen de avond op, want je angst is dat er over en weer verwijten zullen worden gemaakt. Dat kun je niet gebruiken, want het is hard tijd dat de wijkagenda wordt uitgerold in de wijk.
Doel
Op eerdere avonden waar het broeide tussen de bewoners en jouw collega’s, probeerde je krampachtig oordelen en nare opmerkingen in de doofpot te stoppen door er overheen te praten en steeds van onderwerp te veranderen. Die aanpak werkte niet echt goed. Mensen raakten geïrriteerd en er ontstond een verhitte sfeer. Het belangrijkste doel is dat er draagvlak is voor de wijkagenda bij de bewoners. Daarnaast wil je meer recht doen aan de sentimenten die er over en weer leven, ook al kloppen ze vanuit jouw blik als wijkmanager lang niet altijd. Dus geen struisvogelpolitiek meer deze keer, maar wat dan wel?
Aanpak
In de auto op weg naar de avond bijt je zowat van de zenuwen je nagels eraf. Een kennis heeft je onlangs een podcast aangeraden over het omgaan met oordelen, vooroordelen en verwijten. Het is een gesprek tussen een filosoof die gespecialiseerd is in dialogen en een psycholoog die trainingen geeft aan mensen met woedeaanvallen. Misschien is dit wel het juiste moment om wat inspiratie op te doen. Je start de podcast.
De psycholoog adviseert: “Door vanuit je eigen ervaring te spreken over wat een uitspraak van een ander met jou doet, kan een gesprek zich verdiepen”. De filosoof vult aan: “Het is daarbij goed om woorden te geven aan de emoties die je meent waar te nemen bij anderen. Toets daarna bij de ander of je het juist hebt gezien en verwoord”. De psycholoog: “Dat is inderdaad belangrijk, alle gesprekspartners voelen zich meer gehoord daardoor en oud zeer kan vaak verdwijnen als oordelen worden benoemd. Soms berusten ze namelijk op aannames die niet kloppen. Daarnaast geeft het eerlijk zijn al een wonderbaarlijk effect bij alle partijen omdat iedereen zich kwetsbaar moet opstellen”.
De filosoof: “Ik wil nog benadrukken dat het wel belangrijk is om te toetsen of de deelnemers aan een dialoog spreken vanuit hun eigen ervaringen en kennis of veeleer vanuit beelden en oordelen die de buitenwereld heeft”. Psycholoog: “Dat is inderdaad een goede aanvulling! En breng vervolgens in beeld welke kennis en informatie er nog ontbreekt en hoe jullie dat samen kunnen oplossen. Wil je bij een vervolggesprek bijvoorbeeld expertise inroepen? Of een gast uitnodigen om te bemiddelen?”
De podcast is afgelopen en je loopt de zaal in. Spannend, gaan deze tips je helpen?
Reflectie achteraf
Het was een boeiende en constructieve avond! Je viel met je neus in de boter, want al na vijf minuten merkte bewoner John op dat hij wijkagent Mohammed irritant vond. In eerste instantie had je de neiging deze opmerking te negeren, en verder te gaan met de agenda, tot je jezelf tot de orde riep en hardop zei: “Nog even terug naar de reactie van jou John, je zei dat je Mohammed irritant vond. Maar wat was dat precies die irritatie, wat bedoel je daarmee?”
John antwoordde: “Ik voel me als bewoner extra gecontroleerd door de politie als ik iedere dag zie dat Mohammed weer met zijn mountainbike door mijn straat fietst, dan voel ik me net een crimineel terwijl ik niets fout doe”. Mohammed reageerde: “Zoals je weet waren er laatst wat incidenten met brandstichtingen in de afvalcontainers, ik rijd daarom wat extra rondjes zodat ik kan checken of alles wel goed gaat”. John keek verbaasd en zei: “Maar snap je ook dat ik me daardoor een crimineel ga voelen, alsof ik ook tot de verdachten hoor?”
Mohammed: “Dat is niet mijn bedoeling John. In mijn ogen heb je niets fout gedaan. Ik ben er echt voor jullie veiligheid. Als het jou en andere bewoners geen goed gevoel geeft, moeten we samen overleggen of ik minder vaak door de straat moet fietsen”. John ging blozen en stamelde: “Nee, nee, zo bedoelde ik het niet, ik was alleen bang dat je ons allemaal als aso’s ziet”.
Een bewoner maakte een humoristische opmerking: “Nou John, als ik die tatoeages van jou zie, zou ik ook denken dat je een crimineel was!” John buldert het uit van het lachen nu en steekt zijn duim op naar de wijkagent. Die lacht hard mee.
Over hoe je naast humor ook andere middelen kunt inzetten om een moeilijk gesprek te de-escaleren: De-escalatie van een moeilijk gesprek
Over het omgaan met oordelen en vooroordelen: Vergunningen gunnen