- De twee belangrijkste motieven voor bewoners om niet te komen, zijn een voorkeur om tijd anders te spenderen en het gevoel dat participatie toch geen impact heeft.
- Het organiseren en faciliteren van samenwerking tussen diverse organisaties en burgers is de grootste voorspeler van succesvolle participatietrajecten.
- Er is tijdens wijkgesprekken soms nog weinig aandacht voor het optimaliseren van de democratische dialoog.
- Dat houdt dat je als wijkprofessional betrokkenen begeleidt om met elkaar in gesprek te gaan.
- En dat er duidelijkheid is op wat voor manier de uitkomsten van deze gesprekken een rol spelen binnen het gemeentelijke besluitvormingsproces.
Theoretische achtergrond
Een belangrijke taak van wijkprofessionals is het verbinden van wijkbewoners en gemeente. Ze brengen burgers met elkaar in contact en leggen ‘korte lijntjes’ tussen burgers en gemeenteorganen. Dit doen ze onder meer door het organiseren van wijkbijeenkomsten.
Maar vaak, zo merken wijkprofessionals op, komen dezelfde mensen op de bijeenkomsten af. Het is moeilijk om een divers publiek te bereiken. Hoe komt dat? Wat zijn de redenen dat burgers thuisblijven en is hoe erg is het eigenlijk? Is representativiteit een voorwaarde voor succes?
Vincent Jacquet (2017) benoemt 6 motieven waarom mensen thuisblijven en verdeelt ze over persoonlijke motieven en politieke motieven.
Persoonlijke motieven | Politieke motieven |
Voorkeur om de tijd privé te spenderen. | Gevoel dat men niet genoeg over het onderwerp weet. |
Praktische overwegingen: geen tijd, niet de juiste momenten. | Gevoel dat participatie geen impact heeft. |
Niet houden van grote groepen mensen. | Te weinig vertrouwen in politici in het algemeen. |
Veel initiatieven tot burgerparticipatie hebben tot doel een brede groep burgers te bereiken. Maar in de praktijk blijkt dat toch lastig. Bij veel burgers spelen al snel 1 of meer van bovenstaande motieven om niet te komen (Jacobs, 2019).
Niet al deze motieven zijn even simpel weg te nemen.
Wanneer mensen nou eenmaal de voorkeur geven om tijd privé te spenderen of weinig vertrouwen hebben in politici in het algemeen kan je als wijkprofessional daar weinig aan veranderen.
Praktische belemmeringen voor bewoners, het niet houden van grote groepen mensen zijn daarentegen wel beïnvloedbaar. Bijvoorbeeld door bijeenkomsten op verschillende tijdstippen te plannen en in verschillende samenstellingen.
Ook het gevoel dat bewoners kunnen hebben dat ze niet genoeg op de hoogte zijn van het onderwerp of het gevoel dat participatie geen impact heeft is beïnvloedbaar door wijkprofessionals.
Maar hoe de twee overige belemmerende politieke motieven weg te nemen? Vanzelfsprekend geldt dat bewoners goed geïnformeerd moeten worden en serieus moeten worden genomen. Maar dat is vaak makkelijker gezegd dan gedaan.
Voorwaarden van succes
Igala, Edelenbos en van Meerkerk (2019) onderzoeken welke voorwaarden het succes van participatieprojecten verklaren.
Hieruit blijkt dat ten eerste het organiseren en faciliteren van een divers netwerk belangrijk is voor het succes van participatieprojecten. Dit houdt in dat je als wijkprofessional bewoners met elkaar in contact kan brengen, en met verschillende afdelingen van de gemeenten, maar ook met andere belangenverenigingen, zoals andere wijkraden en buurtverenigingen. Dat bewoners worden geholpen met hun gezamenlijke organisatie.
Ten tweede is ondersteuning door de gemeente van belang. Dat betekent dat je als wijkprofessional bewoners actief helpt met het vinden van informatie en uitlegt hoe de gemeente werkt in de specifieke participatietrajecten. Het betekent ook dat de gemeente actief adviseert en coöpereert in het aanvragen van subsidies en fondsenwerving.
Pas daaronder staan onder andere leiderschap van de wijkprofessional en, interessant genoeg, de inhoud van de initiatieven zelf.
Resultaten
Het organiseren en faciliteren van een divers netwerk waarin burgers en overheidsorganen samenkomen is dus de belangrijkste voorwaarde voor het succes van burgerparticipatie. En vervolgens het ondersteunen van burger(organisatie)s middels advies en informatie over de participatietrajecten.
Bij verdiepende thema De democratische waarde van wijkgesprekken is eerder al beschreven dat de daadwerkelijke bindende invloed op beleid niet per se het belangrijkste resultaat van wijkgesprekken tussen burgers en gemeente hoeft te zijn. Sterker, wanneer een bindende invloed op beleid het resultaat moet worden, dienen wijkgesprekken anders (en formeler) opgezet te worden.
Wijkgespreken zijn juist het speelveld waarin belangen en voorkeuren gedeeld en besproken worden. Daarmee is het belangrijkste doel voor wijkprofessionals om de wereld van bewoners en de wereld van de ambtenaren met elkaar te verbinden en zodoende een duurzame dialoog te faciliteren.
Maar wat moet het resultaat dan zijn? Waar kan je op sturen? En wat is meetbaar? En wat zijn dan de effecten?
In deze Verdiepende kennis worden twee resultaatgebieden behandeld waar wijkprofessionals op zouden kunnen sturen (en die waarschijnlijk losstaan van de resultaten opgesteld vanuit het beleidskader van de gemeente).
- Het ondersteunen en faciliteren van democratische gesprekken onder burgers en organisaties.
- De uitkomsten van vooraf toegedichte sleutelgesprekken formaliseren binnen de fasen van het gemeentelijke besluitvormings- en implementatieproces, bijvoorbeeld als formeel advies.
- Het ondersteunen en faciliteren van democratische gesprekken onder burgers en organisaties
Het ondersteunen van democratische gesprekken gaat over de wijze hoe burgers onderling in gesprek gaan en tot overeenstemming komen. En daarmee ook of de uitkomsten bruikbaar zijn in het verdere beleidsproces. Het is lastig en niet eens heel bruikbaar voor de praktijk om hier ‘alle juiste kenmerken’ van een democratische dialoog op te sommen. Maar een aantal kenmerken zijn wel te noemen:
- Een democratisch gesprek gaat niet alleen over het resultaat van de uiteindelijke overeenstemming, maar vooral over het proces ernaartoe. Worden meerdere argumenten gegeven en worden de verschillende belangen van de betrokkenen gelijk gewogen? Wat zijn de voorwaarden voor productief en democratisch vergaderen? Als wijkprofessional dien je ook hier aandacht aan te geven tijdens gesprekken.
- In hoeverre zijn burgers en organisatie geïnformeerd en voorbereid om de discussie met elkaar te voeren? Wijkprofessionals willen graag bewoners helpen, maar gaan daarvoor zelfs nog wel eens teveel op de stoel van bewoners zitten. Ze dragen zelf de belangrijkste ideeën en adviezen aan. Verleidelijk om het proces te bespoedigen, toch geldt dat wanneer ideeën vanuit burgers zelf komen de democratie meer gediend is.
- Hoe speelt representativiteit en verantwoordelijkheid van de aanwezigen een rol? Welke groepen zijn wel en niet aanwezig en zijn de aanwezige deelnemers verantwoording schuldig aan niet-aanwezigen?
- Strijd is een onvermijdelijke dynamiek in een democratisch gesprek. Daar moet je tegenkunnen en zelfs voor openstaan. Vaak laat het juist zien dat deelnemers betrokken zijn en dat het ergens over gaat. En juist als er geen bindende beslissingen gemaakt worden, is strijd een strategie voor burgers om toch wellicht iets te bereiken. In strijd zit zodoende ook wel degelijk een rationeel element, het laat zien wat mensen belangrijk vinden en wat ze dwarszit.
- De uitkomsten van wijkgesprekken formaliseren binnen het besluitvormingsproces
Ondanks dat veel wijkprofessionals aangeven dat het behalen van resultaten voor hen een belangrijke doelstelling is, kenmerken veel bijeenkomsten zich juist door de afwezigheid van duidelijke bespuiten en doorzettingen. Veelal overheersen vage conclusies als meenemen, oppakken, we gaan er wat mee doen.
Deels hoort dit bij het niveau van democratie waarop deze gesprekken zich afspelen: er zijn geen formele verantwoordingsrelaties en dus kunnen er geen bindende toezeggingen worden gedaan. Maar ook de positie van de wijkprofessional speelt hierin mee. De betreffende positie, bevoegdheden en verantwoordelijkheden geeft aan wijkprofessionals een zekere discretionaire ruimte maar geeft ook onduidelijkheid wat de wijkprofessional kan leveren.
Een manier om deze onzekerheid wat te verminderen is om duidelijkheid te verschaffen over het proces binnen de gemeente. Wanneer de wijkprofessional geen toezeggingen betreft resultaat kan doen, hoe wordt er dan wel voor gezorgd dat de positie van bewoners binnen het proces wordt meegenomen? Hiervoor dienen wijkprofessionals antwoorden op de volgende vragen te kunnen formuleren:
- Aan welke voorwaarden moeten gespreksuitkomsten voldoen om het binnen de gemeentelijke besluitvorming mee te kunnen nemen? En hoe kunnen bewoners zelf aan deze voorwaarden voldoen?
- Waar in het besluitvormingsproces kunnen de uitkomsten het beste worden meegenomen?
- Aan de hand van welke criteria worden de uitkomsten getoetst en meegenomen/verworpen in het besluitvormingsproces?
- Liggen er al bindende besluiten en wat is nog de speelruimte in het proces?
Het is belangrijk om te beseffen dat deze punten niet in elk wijkgesprek expliciet hoeven te worden behandeld. Het is goed denkbaar dat de wijkprofessional ook wijkgesprekken organiseert om meningen en posities uit te wisselen.
Maar soms kan het wel degelijk nodig en wenselijk zijn om concreter te kunnen worden over hoe en waar in het proces de uitkomsten van de wijkgesprekken worden meegenomen. In dat geval fungeren deze vragen dan als eerste opzet.
Waarom is het belangrijk
In wijkgesprekken zien we frequent discussie en conflict ontstaan over de status van de dialoog en soms ook over die van de wijkprofessional. Ondanks dat wijkgesprekken niet per se altijd tot bindende besluiten hoeven te leiden is het voor participerende bewoners wel belangrijk om te weten hoe de uitkomsten van wijkgesprekken invloed hebben op de besluitvorming. Eén van de belangrijkste redenen namelijk van bewoners om af te haken binnen participatieprocessen is het gevoel dat participatie geen impact heeft.
Dat houdt niet in dat wijkgesprekken sterk geformaliseerd moeten worden (dat zou juist ten koste kunnen gaan van de vrije democratische dialoog), maar wel dat wijkprofessionals een antwoord moeten kunnen formuleren hoe uitkomsten van gesprekken invloed hebben op besluitvormingsprocessen. En dit antwoord moet uitgebreider zijn dan we nemen het mee.
Dat vergt allereerst meer inzicht in de democratische waarde van de wijkgesprekken. Tijdens wijkgesprekken kan ook tijd ingeruimd worden aan het democratische gehalte van het gesprek zelf. Hoe representatief zijn de aanwezigen voor alle belanghebbenden?
En het vergt inzicht welke speelruimte er in het beleidsproces is en op welke manier bewoners die speelruimte kunnen invullen. Hier meer duidelijkheid over geven aan bewoners zal uiteindelijk de participatiegraad verhogen.
Over hoe bewoners soms onduidelijkheid ervaren over hun rol in de besluitvorming en implementatie: In your backyard
Over hoe je wijkgesprekken minder vrijblijvend kunt maken door te werken met procedurele regels: Hoe maak je een wijkgesprek interactief
Verdere literatuur
Jacquet, V. (2017) Explaining non-participation in deliberative mini-publics. European Journal of Politcial Research
Jacobs, K. (2019) Voorbij de usual suspects: waarom participeren burgers niet? Stuk Rood Vlees. Voorbij de usual suspects: waarom participeren burgers niet? – StukRoodVlees